Erfenis
`Op de avond dat ik haar voor het eerst bezocht, had ze het zo tegen mij verteld: “Er is een ziekte in mij begonnen en die ziekte legt mij langzaam lam. Er zijn geen geneesmiddelen om haar te stoppen of te laten verdwijnen. Het hart is een spier, dus ik ga er dood van. Niemand weet wanneer, maar ik mocht niet op tien jaar rekenen, zegt mijn arts.”‘
Als de schrijfster Lotte ontdekt dat ze ziek is, besluit ze een jonge man in dienst te nemen voor vierentwintig uur per dag, kost en inwoning inbegrepen. Hij is niet alleen haar verzorger, chauffeur, tafelheer, eerste lezer en secretaris, maar ook de archivaris van wat ze haar ‘erfelijk materiaal’ noemt: de aantekeningen die als bouwstenen moeten dienen voor haar laatste grote roman. Omdat Lotte bang is dat ze het werk dat haar oeuvre compleet maakt niet meer zelf zal kunnen voltooien, bereidt ze hem er langzaam op voor dat zijn handen de hare moeten vervángen als ze zelf niet meer kan schrijven. ‘Ze maakt hem executeur-testamentair van haar erfenis: een zolder vol aantekeningen over de dood, de liefde, de verleiding, het geheim en de familie.
De erfenis is een ontroerende novelle over een schrijfster en haar lezer, die zelf het verhaal maakt dat zij in stukken en brokken aanreikt. Connie Palmen schetst daarmee niet alleen een indringend beeld van een verrassende menselijke relatie, maar ook van de relatie tussen de literatuur en de werkelijkheid.