Gloriejaren
Loos was op een berg grind geklommen toen er een echte Jaguar voorbij zoefde, langzaam in de motregen. De man achter het stuur zat uit een beker ijs te lepelen, en geen klein bekertje. Hij spiesde zijn schep in het grind, een vlag, een teken dat hij ooit, voor hij oud was, in net zo’n auto naar huis zou rijden. In Kralingen. Hij wist nog niet hoe hij daar kwam, maar hij rustte niet voor hij er was. Hij werd geen krantenjongen. Hij werd meteen miljonair.
Vijf vrienden en één outsider. Vol grote dromen komen ze van school. Ze zoeken de grote liefde, de formule die het wereldraadsel vangt, de geheime taal waarin je alles kunt zeggen zonder dat iemand het verstaat, of gewoon een mooi wit huis aan de vijver. Alleen lopen hun dromen een deuk op wanneer een van hen spoorloos verdwijnt en een familiegeheim hun verleden aan het wankelen brengt.
Met Gloriejaren schreef Herman Stevens zijn toegankelijkste en meest intrigerende roman. Een generatieroman waarin jeugd en een diepe melancholie elkaar versterken, en de oude idealen plaatsmaken voor het onbekommerde materialisme dat nog steeds met ons is. Bovenal is Gloriejaren een verhaal over vriendschap, liefde, verlies en hoe we ons verzoenen met ons leven.
Over Mindere goden (bekroond met de Anton Wachterprijs):
‘Een mooie komedie maar een bittere.’ Doeschka Meijsing, Elsevier
Over Vaderland:
‘Herman Stevens is een begenadigd chroniqueur van de woelingen van het moderne leven.’ Arie Storm, Het Parool