Hebben we hiervoor tachtig jaar gevochten
Sinds meer dan twaalf jaar schrijft Jean Pierre Rawie meer proza dan poëzie, in de vorm van een wekelijkse bijdrage aan het Dagblad van het Noorden. Beschreef hij daarin aanvankelijk zijn omgang met familieleden, trawanten en passanten, in de loop der jaren zijn deze schrifturen uitgegroeid tot een unieke autobiografie van een van de meestgelezen en meest beminde dichters van ons taalgebied.
Hebben we hiervoor tachtig jaar gevochten is de even amusante als weemoedige weerslag van Rawies vertredingen door een steeds merkwaardiger wereld. Gewapend met zijn onafscheidelijke wandelstok betreedt de dichter nog altijd edelmoedig het slagveld dat beschaving heet, en wijst hij soms pijnlijk precies, maar altijd met een glimlach, zijn minder beschaafde medemens terecht. Zelfs de vleerpest vermocht Rawies gevoel voor stijl en eloquentie niet te breken.
Jean Pierre Rawie (Scheveningen, 1951) is een van de meest geliefde dichters van Nederland. Zijn bundel Onmogelijk geluk behoort tot de succesvolste dichtbundels aller tijden. Rawie ontving in 2008 de Charlotte Köhler Prijs voor zijn gehele oeuvre. In 2021 publiceerde hij Een luchtbel in een vluchtige rivier, een verzameling poëzievertalingen met commentaar.
Over Een luchtbel in een vluchtige rivier:
‘Rawie vertaalt melodieus en virtuoos. Een parel aan het firmament der Nederlandse letteren.’
De Volkskrant, De beste boeken van 2021
‘Soepel vertaalt Jean Pierre Rawie dertig gedichten uit vele landen en tijdperken.’
Trouw
‘Erudiet, grappig, leerzaam en zeer verzorgd geschreven, in een stijl die het midden houdt tussen die van Karel van het Reve en Godfried Bomans.’
Leeuwarder Courant
Over Vroeger was alles beter, behalve de tandarts:
‘Vol zelfspot portretteert Rawie zichzelf als unzeitgemässe snobist, literatuurliefhebber, driedelige dandy, vrouwenverslinder, antifeminist, domineeszoon, oude lul en theatraal hater van alle (technische) vooruitgang. Geregeld is hij ook echt geestig, zeker als hij over zijn jeugd vertelt of vilein wordt.’
De Volkskrant