Red ons van de dichters
‘Een dichter is iemand die zich met vrouwen en boeken bemoeit, zoveel is waar. Hij mag zijn collega’s naar de keel kunnen vliegen, al zijn mededichters linea recta naar De Slegte wensen, ondertussen houdt hij zich tot vervelens toe met andermans poëzie bezig.’
Waarom worden er zo veel gedichten in de gevangenis geschreven? Hoe komt het dat je nooit iemand in de trein een dichtbundel ziet lezen? Waarom verveelt poëzie zo snel? En waarom blijven sommige gedichten je een leven lang bij? In Red ons van de dichters houdt Menno Wigman zijn fascinatie voor sublieme én erbarmelijke poëzie tegen het licht. In even terloopse als elegante bewoordingen schrijft hij over bewonderde dichters als Charles Baudelaire, Stéphane Mallarmé, Gottfried Benn en Else Lasker-Schüler.
Naast aanstekelijke essays over poëzie die ertoe doet bevat Red ons van de dichters reportages over de gevangenissen van Oscar Wilde en Paul Verlaine. Het boek sluit af met een groot aantal ‘Berlijnse dagboekbladen’, waarin Wigman meer dan openhartig over zijn eigen poëzie en levenshouding schrijft. Red ons van de dichters is een even lucide als bevlogen essaybundel van een van de meest aansprekende dichters van het moment.
Menno Wigman (1966) publiceerde eerder onder meer de bundels Zwart als kaviaar (Jan Campertprijs 2002), Dit is mijn dag en De wereld bij avond. In 2007 verscheen Het gesticht, een literair logboek over ‘gekke schrijvers en schrijvende gekken’.
‘Het zou me niet verbazen als Wigman later, veel later, als onze botten het stof hebben opgezocht, net zo zal worden gewaardeerd als Gerrit Achterberg, Maurice Gilliams en Martinus Nijhoff.’ Ingmar Heytze, Passionate