De Spronglaag
In De spronglaag schetst Esther Jansma een caleidoscopisch beeld van het opgroeien in een gezin waar kunst belangrijker dan mensen werd gevonden. Een toevallige passant vraagt de auteur om wat kleding en eten, en begint het verhaal te vertellen: ‘Ik groeide op in een piratenschip.’ Het is een delicaat netwerk van poëzie en proza, mishandeling en liefde, waarin ook Jansma’s eerdere teksten resoneren, wat een onverwacht licht op haar hele oeuvre werpt. De spronglaag schittert en vloekt als glas in lood waar bliksem en zonlicht door naar binnen schijnen. ‘De crux is liefde en wij zijn de scherven daarvan.’
[auteursfoto]
Esther Jansma (1958) ontving voor haar omvangrijke oeuvre verschillende prijzen. Haar laatste bundel, Rennen naar het einde van honger, verscheen in 2020.
Over Rennen naar het einde van honger:
‘Deze nieuwe bundel draait (…) om dynamiek, om krachten, heftige krachten die uiteenslaan, zoals de dood of gewelddadigheid, afwijzing, ontheemding, en aan de andere kant de poëzie die juist weer verzacht en bindt.’
De Lage Landen
‘De taal van de hele bundel is subliem en fragiel: de erin opgenomen beelden waaieren uit in “de eindeloze ruimte, alles”.’
Poëziekrant