De Vlinders van Boven-Digoel
Koloniale geschiedenis staat volop in de aandacht. Thema’s als slavernij, machtsmisbruik, ongelijkheid en geweld zijn onderwerp van vurig debat. In dit debat klinkt een roep om meerstemmigheid in de geschiedschrijving en een vraag om nieuwe verhalen.
In De vlinders van Boven-Digoel neemt Alicia Schrikker de lezer mee op haar zoektocht naar ervaringen van mensen voor wie kolonialisme een alledaagse realiteit was. In de archieven in Jakarta stuit ze op kleine verhalen die draaien om grote thema’s. Met scherp oog voor detail legt ze de maatschappelijke verhoudingen aan de rafelranden van de koloniale wereld bloot. Zoals in het verhaal van Tapan en Tsjanga, twee jongetjes van nog geen tien jaar oud, die ontvoerd werden om als slaaf verkocht te worden. Of in dat van postbode Oesman, die zes maanden gevangenzat omdat hij een pakketje verkeerd bezorgde. En dacht de Nederlandse opzichter in strafkamp Boven-Digoel werkelijk dat hij antikoloniaal idealisme kon bestrijden door politieke gevangenen vlinders te laten vangen?
De verborgen verhalen brengen de ongemakkelijke geschiedenissen van kolonialisme in beeld, waar goed en kwaad soms volstrekt door elkaar heen lopen en soms zonneklaar zijn.
Alicia Schrikker (1976) is universitair hoofddocent algemene geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Haar onderzoek richt zich op de geschiedenis van koloniale samenlevingen in Azië van de achttiende tot de twintigste eeuw en ze publiceert over uiteenlopende onderwerpen als natuurrampen, koloniale cultuur en slavernij.