De Wonderbaarlijke eenheid van het heelal
‘Men kan zich geen betere gids wensen voor een tocht door het heelal dan dit overzicht van de moderne astrofysica en kosmologie, geschreven door een van de internationale meesters van het vak. Dit prachtige, informatieve boek weeft uit de draden van baanbrekend onderzoek, fundamentele wetenschappelijke principes en historische ontwikkelingen een indrukwekkend tapijt dat de lezer doet duizelen.’
robbert dijkgraaf, directeur van het institute for advanced study, princeton en universiteitshoogleraar aan de universiteit van amsterdam
Sinds 1965 weten we dat het heelal ongeveer 14 miljard jaar geleden is ontstaan vanuit een onvoorstelbaar dichte en hete toestand: de oerknal. De wonderbaarlijke eenheid van het heelal beschrijft hoe dit beeld van de geschiedenis van het heelal sindsdien werd bevestigd door talloze waarnemingen vanaf de aarde en met ruimtetelescopen. Het blijkt dat het universum dankzij de oerknal een wonderbaarlijke eenheid vormt, met overal dezelfde natuurwetten, die maken dat we het kunnen bestuderen en zijn geschiedenis kunnen ontrafelen. En dankzij die eenheid kunnen we op zinvolle wijze nadenken over vragen zoals: is er ook elders intelligent leven? En bestaan er meerdere universums? Het boek benadrukt de nauwe verbondenheid tussen het heelal en de ontwikkeling van het leven op aarde.
Edward P.J. van den Heuvel is emeritus hoogleraar sterrenkunde aan de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit Brussel. Hij deed baanbrekend onderzoek naar het ontstaan van neutronensterren en zwarte gaten en ontving hiervoor onder meer de Spinozaprijs in 1995 en een aantal andere nationale en internationale onderscheidingen.
‘Edward van den Heuvel is een van de leidende astrofysici van zijn generatie. Hij zet de nieuwste ontdekkingen in hun historisch kader en geeft een uitleg van de eraan ten grondslag liggende natuurkundige principes. Iedereen die een helder en toegankelijk overzicht wil van alles wat we thans van de kosmos weten, moet dit prachtig verzorgde boek lezen.’
martin rees, hoogleraar kosmologie en astrofysica, universiteit van cambridge, engeland
‘Op meeslepende wijze vertelt Van den Heuvel hoe de mens dankzij zijn aangeboren slimheid en met behulp van telescopen, computers en laboratoriumexperimenten, de geheimen van de kosmos heeft weten te ontrafelen.’
jeremiah p. ostriker, hoogleraar theoretische astrofysica, columbia university, new york
