Multatuli
Multatuli is het pseudoniem van Eduard Douwes Dekker (1820-1887). Als Indisch Ambtenaar was hij geschokt over de behandeling van de inlanders door zowel de Nederlanders als hun eigen bestuurders. Door een ruzie hierover nam hij na 18 jaar dienst ontslag en keerde hij terug naar Nederland. In 1860 schreef hij zijn eerste roman, Max Havelaar, om te protesteren tegen de misstanden waar hij getuige van was geweest. Het boek werd een groot succes en Multatuli besloot verder te schrijven. Hij werd tot een soort nationaal geweten en emancipatiebewegingen als de vrijdenkers, socialisten en anarchisten sloten hem in de armen.
Multatuli zou zijn schrijverscarrière net zolang volhouden als zijn ambtelijke carrière, namelijk 18 jaar. In die tijd schreef hij De eerloze (zj.), Indrukken van den dag (1860), Minnebrieven (1861), Wijs mij de plaats waar ik gezaaid heb (1861), Over vrijen arbeid in Nederlandsch-Indië (1862), De geschiedenis van Woutertje Pieterse (1862-1877), Ideën (7 delen) (1862-1877), Japansche gesprekken (1862; in boekvorm Herdrukken, 1865), De bruid daarboven (1864), De zegen Gods door Waterloo (1865), Een en ander over Pruisen en Nederland (1867), Nog eens vrije arbeid (1870), Duizend en eenige hoofdstukken over specialiteiten (1871), Millioenen-studiën (1872-1873), en Vorstenschool (1875). Toen besloot hij, opnieuw gedesillusioneerd, er het zwijgen toe te doen en verhuisde naar Duitsland. In februari 1887 overleed hij daar.