‘1793’ in het Nederlands Dagblad: ‘een duistere en ijzingwekkende historische roman’
Dit weekend verscheen in het Nederlands Dagblad een grote recensie over 1793 van Niklas Natt Och Dag. Recensent Hans van der Ploeg beschrijft hoe de wat lange aanloop van het verhaal ruimschoots wordt goedgemaakt door de sfeer en spannende wendingen in het boek:
‘Door de historische context, waarin op de achtergrond de Franse Revolutie speelt, de persoon van de dader én de even onverwachte als diepzinnige ontknoping is 1793 wel degelijk een interessant, om niet te zeggen briljant boek.’
Het boek start met de vondst van een verminkt lichaam. Om verder iets over het verhaal te vertellen vindt van der Ploeg zonde: ‘de ontknoping is te mooi om hier prijs te geven. Als u die leest, haalt u opgelucht adem. Heeft de dader dan toch een geweten?’
U kunt de hele recensie hier teruglezen.
Over 1793:
Gustav III is dood. Meer dan een jaar geleden viel het schot op het bal masqué. De kroonprins is minderjarig en de bodem van de staatskas is door de vele oorlogen in zicht gekomen. Het rijk wordt bestuurd door mensen die eigen belang voor landsbelang laten gaan terwijl het volk crepeert. Overal broeit er onvrede en paranoia.
In de herfst van 1793 wordt er een lijk in het meertje Fatburen in Södermalm gevonden, het vervuilde stuk water waar al het vuilnis uit de krottenwijken terechtkomt. De dode heeft geen armen en benen meer, maar de verwondingen zijn niet recent.
De intelligente Cecil Winge heeft de schoutenkamer van Stockholm al eerder geholpen. Nu kwakkelt hij met zijn gezondheid, maar er wordt hem om een gunst gevraagd die hij niet kan weigeren. De tijd dringt en in Stockholm staat de strengste winter in tien jaar voor de deur.
Vanuit vier vertelperspectieven ontleedt Niklas Natt och Dag de gustaviaanse tijd vol pracht en praal, en onthult een tijdperk van vlees en bloed, misère en wanhoop, maar ook vol verwachting en een roep om verandering die de zaden heeft geplant voor onze huidige samenleving. 1793 is Bellman-noir, een pikzwarte, late nakomeling van het boek Drottningens juvelsmycke (Het juweel van de koningin) van Carl Jonas Ove Almquist uit 1834 en die afrekent met het geromantiseerde beeld van Zweden in de achttiende eeuw.
Niklas Natt och Dag is in 1979 geboren in Stockholm, waar hij ook is opgegroeid en waar hij nog steeds woont en werkt als schrijver. Zijn voorvaderen vermoordden de rebellenleider Engelbrekt in 1434, verloren de hoofdstad aan de Deense koning Christian II in 1520 en waren gedwongen het land te ontvluchten nadat ze in 1840 het aftreden van Jean Baptiste Bernadotte hadden geëist. Het geslacht Natt och Dag is het oudste geslacht in Zweden dat nog puur Zweedse wortels heeft.