‘Gebroken Wit’ besproken in Trouw: ‘Pulserend proza van Caribische Couperus’
Afgelopen zaterdag verscheen een lovende recensie in Trouw over Gebroken Wit. Rob Schouten noemt het verhaal een: ‘Pulserend proza, dat je ook geneigd bent organisch te lezen, op te snuiven, te verorberen. Heel bijzonder. Wat er van al die personages terechtkomt, weet je na afloop misschien niet meer maar je realiseert je wel dat je naar een bijzonder schouwspel hebt gekeken, exotisch en tijdloos tegelijk.’
Gebroken Wit is voor Schouten een ervaring: ‘Dit zijn boeken waarin ze vooral een milieu wil neerzetten, het kleurrijke leven van een clan.’ Het verhaal is bijna onderdanig aan het tastbare en bruisende proza. Het is de sfeer van de wereld die Roemer beschrijft die het boek zo uniek maakt:
‘Het gevolg is in elk geval dat er van Gebroken wit een sterk zinnelijke, haast lichamelijke geur afkomt. Je zou de roman ook in de Zuid-Amerikaanse traditie kunnen plaatsen, herinnerend aan grote epische werken zoals die van Gabriel Garcia Marquez, met meer nadruk op de sfeer van een eigen wereld dan op plot en ontwikkeling.’
U kunt het hele artikel hier teruglezen.
Over Gebroken Wit:
Oma Bee, Louise, Heli, Imker, Babs, Audi. Familienaam Vanta. In Gebroken Wit zijn ze aan elkaar verwant als de kleuren van gebroken zonlicht. De kleinkinderen van grootmoeder Vanta-Julienne worden geconfronteerd met hun eigen kwetsbaarheid als ze haar noodgedwongen bijstaan in de turbulenties van het dagelijks leven. Moeder Louise heeft ervaren dat het uiterlijk geen feit is, maar een omstandigheid die informeert over een geschiedenis van georganiseerd geweld in Afrika, Europa, Azië. Ze wonen in een Zuid-Amerikaanse kuststad die door vrouwen tot bestaan wordt gebracht, op een grondgebied dat mannen met haar natuurlijke grenzen insluit. Vooral in familiekring en gezin zijn de gevolgen voelbaar: zusjes Ethel en Laura zijn afwezig en vader Anton leeft niet meer. Terwijl getracht wordt oma Bee overeind te houden, zoekt iedere jonge Vanta naar een land om van te houden, een volk om bij te horen, een droom om voor te leven. Amsterdam heeft veel gehad aan Paramaribo. En omgekeerd?
Astrid H. Roemer (Paramaribo, 1947) ontving in 2016 de P.C. Hooft-prijs voor haar proza-oeuvre. Zij wordt zowel in Suriname als in Nederland geprezen om haar zinvolle inbreng in het publieke debat en haar eigenzinnigheid in het inmiddels uitgebreide oeuvre van poëzie, proza en dramateksten.