Interview met Herman Pleij bij Op1 en in Het Parool
Vrijdagavond was Herman Pleij te gast bij Op1 om te vertellen over zijn nieuwe boek Met een scheef oog. In dit boek schetst Pleij tijdsbeelden aan de hand van zichzelf, van zijn jeugd in het Gooi tijdens de wederopbouw tot het begin van de jaren zeventig. In het interview vertelt Pleij vol enthousiasme over zijn ‘vroegste herinnering’, een verhaal vol details en specificaties waarvan hij pas op late leeftijd leert dat die weinig blijken te kloppen. Presentatrice Welmoed Sijtsma lacht hartelijk om dit verhaal en vindt deze openingsanekdote van Met een scheef oog ‘heel mooi!’
Met humor illustreert Pleij aan de hand van deze anekdote de moeilijkheden van schrijfvormen zoals memoires of tijdsbeelden. Met zijn kernmerkende zelfspot gebruikt hij het ‘scheve oog’ als metafoor voor terugkijken naar het verleden en de onvermijdelijke onbetrouwbaarheid van herinneringen. Pleij zegt hierover: ‘Aan de oppervlakte heb ik van alles verdraaid, ongetwijfeld, maar de achterliggende waarheid is waar het mij eigenlijk om gaat’. Hij vat dit samen met een citaat van Multatuli: ‘Ik hoop dat ik de waarheid lieg.’
Presentator Jort Kelder moedigt de kijker aan om het boek te lezen en complimenteert Pleij: ‘Het is heerlijk. Zoals je praat schrijf je, het is heerlijk om te lezen.’
Ook journalist Maarten Moll die Pleij interviewt in Het Parool vindt dat Met een scheef oog ‘met veel zelfspot is geschreven. Met vaart en humor.’
U kunt het fragment van Op1 hier terugkijken en het interview in Het Parool hier lezen.
Over Met een scheef oog:
Wij gaan verhuizen, begon mijn vader, alsof hij deze gedragsvorm persoonlijk had uitgevonden. Mijn moeder knikte een beetje nerveus mee. Naar de Berlaazjelaan, ging mijn vader verder, al dan niet met opzet de naam van deze gekende architect zo opsjiekend, dat er geen twijfel over kon bestaan dat we een flinke sprong voorwaarts gingen maken en nu als vanzelf in de gelederen kwamen van gebruikers van een garaazje, etaazje en etalaazje.
Herinneringen. Hoe ouder je wordt, hoe meer je er hebt. En al die flarden probeer je in een zinvol verband te plaatsen om een kloppend verhaal van je leven te maken. Het schrijven van memoires is daardoor misschien wel de meest leugenachtige literatuursoort.
Als gewaarschuwd man kies ik daarom in Met een scheef oog niet voor memoires, maar voor het schetsen van tijdsbeelden aan de hand van mijzelf. Vanaf mijn geboorte in de oorlog tot aan het begin van de jaren zeventig. Van ‘Eet je bord leeg, weet je wel hoe het in de oorlog was?’ tot aan de ontketende revoluties van de jaren zestig en zeventig door die verwende oorlogskinderen en babyboomers. Van de wederopbouw, het opgroeien in een sterk verzuilde samenleving, de woningnood, de rangen en standen in het Gooi tot de overstap naar het studentenleven in Amsterdam, het leven met jazz, tabak, seks en de revolutie aan de universiteit. En de schrijver was er in elk geval bij.
Bestel een exemplaar via onze webshop.
Herman Pleij is emeritus hoogleraar middeleeuwse letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam.