Interview Ivar Schute in Nederlands Dagblad
Vandaag verscheen een interview in het Nederlands Dagblad met Archeoloog Ivar Schute. Schute deed archeologische onderzoek naar de Holocaust, wat hij optekende in zijn boek In de schaduw van een nachtvlinder.
‘Met ‘de schaduw van een nachtvlinder’ bedoel ik de voelbare leegte die de dood van zo veel mensen achterliet. Dat besef is ontstaan in Polen. Daar werd me duidelijk dat ik in een land rondliep waar iets uit weg was. En dat was weg is, toch voelbaar is. Want ook een leegte is iets. (….) In Polen liggen dorpen die ooit volledig Joods waren maar waar nu niemand woont die dat nog beseft. Er is op die plaatsen nog geen nieuwe ziel neergedaald. Sporen van die Joodse cultuur zijn nog te zien, maar het leven is weg. Dan voel je: dit klopt niet.’
U leest het hele interview hier terug.
Over In de schaduw van een nachtvlinder:
In 2014 werden de fundamenten van de gaskamers van het nazivernietigingskamp Sobibor blootgelegd. Voor Ivar Schute was dit de climax van een jarenlange reis door een kampenlandschap. Hij onderzocht barakken, massagraven, gaskamers en liep tegen een hoop vragen aan. Mag een archeoloog zomaar opgraven in een vernietigingskamp? Is dat wetenschap of forensisch onderzoek? Wat moeten we doen met de graven, kelders en funderingen die worden blootgelegd? Aan wie behoren de vondsten die archeologen doen? Hoe ga je om met Holocaustontkenners? Ivar Schute geeft antwoord op deze vragen aan de hand van een archeologische tocht van Nederland tot in de eenzame bossen van Oost-Polen. Hij laat zien dat een archeoloog met een andere blik naar de Holocaust kijkt: archeologisch onderzoek in een dergelijke context is eerder verbonden met een proces van gedenken dan het leveren van wetenschappelijke bewijzen.
In de schaduw van een nachtvlinder is een zeer persoonlijke en indringende zoektocht naar de sporen van een pijnlijk verleden.
Ivar schute (1966) werkt al bijna dertig jaar als archeoloog in de monumentenzorg. Hij specialiseerde zich daarbij in de archeologie van de Tweede Wereldoorlog en voerde onderzoek uit in Kamp Amersfoort, Vught, Westerbork, Bergen-Belsen, Treblinka, Sobibor en in tal van kleinere kampen.