Interview met Sana Valiulina in het NRC
Afgelopen week verscheen er een groot interview met Sana Valiulina in het NRC. Ze vertelt onder andere over haar recent verschenen essay Wortel en tak. Net zoals Didar en Faroek, is Wortel en tak ‘een liefdesroman over een jonge Tataarse man en vrouw die ternauwernood de Stalin-terreur en de Tweede Wereldoorlog overleven’. Ditmaal in de vorm van een ‘poëtisch geschreven essay’.
Valiulina schrijft dit essay over het bewogen leven van haar vader onder het Stalinregime: ‘Hij was een slachtoffer, maar gedroeg zich er niet naar. […] Wat had ik hem zo graag nog willen troosten en hem kunnen zeggen dat hij een fantastische vader was’.
U kunt het interview hier lezen.
Over Wortel en tak:
Wij rijden Nyrob binnen in een tweedehandse Hyundai-bus die wordt bestuurd door een kleinzoon van Krim-Duitse bannelingen annex ‘speciale migranten’. Na de oorlog waren deze hierheen verbannen om verder te werken aan de industrialisatie van het Sovjetimperium. Gewoon ergens aan een rivier uitgeladen om er een stad te bouwen. De Oeralregio is van oudsher het land van bannelingen en kampen, met de woeste natuur als de beste bewaker.
Hoe kwam mijn vader hier 76 jaar geleden aan? Per boot, per smal spoor, lopend? Misschien het eerste, want Nyrob ligt aan de rivier Kolva die weer met talloze andere riviertjes is verweven in dit barre waterland, 300 kilometer onder de poolcirkel. Maar zeker weten doe ik het niet. Dat heeft hij me nooit verteld.
De Oeralregio noemen ze het hart van Rusland. Ik bevind me in dat immens koude hart waar ik de sporen van mijn vader hoop te vinden, toen hij nog niet mijn vader was, maar een van de miljoenen Russische krijgsgevangenen die na hun terugkeer door Stalin in de kampen werden vastgezet.
Sana Valiulina (Tallinn, 1964) studeerde in Moskou Noorse taal en letterkunde en woont sinds 1989 in Amsterdam. Ze schreef eerder Het kruis (2000), Vanuit nergens met liefde (2002), Didar en Faroek (2006, nominatie Libris Literatuur Prijs), Honderd jaar gezelligheid (2010), het bejubelde Kinderen van Brezjnev (2014), Winterse buien (2016, winnaar Jan Hanlo Essayprijs) en Een wolf bij zijn oren pakken (2020).