‘Kruis of munt’ besproken in Trouw Tijdsgeest
De heruitgave van Kruis of munt is besproken in Trouw Tijdsgeest. Recensent Gerwin van der Werf ‘had nog nooit van het boek, noch van de schrijfster gehoord, maar het is een canon-waardige klassieker’ en vraagt zich af ‘hoe wij hem met zijn allen hebben kunnen vergeten’. Volgens hem is het boek ‘de vrouwelijke pendant van Bordewijks Karakter‘ en een ‘uitzonderlijk goede roman’.
U leest de bespreking hier terug.
Over Kruis of munt:
‘Het verslag van mijn jeugd’ noemt schrijfster en schilderes Jo Boer (1907-1993) haar roman Kruis of munt. Op tweejarige leeftijd komt Jopie Landman (een doorzichtig pseudoniem) met opa, oma en moeder vanuit Soerabaja naar Nederland. Haar vader is vlak na de geboorte vertrokken en zijn naam wordt niet meer genoemd. In het benepen Den Haag blijkt een gescheiden vrouw als haar moeder niet meer welkom in de betere kringen, hoe rijk de familie ook is. De kleine Jopie merkt al op haar eerste schooldag dat ook zij erbuiten valt en nergens wordt uitgenodigd, net als een paar andere kinderen met verkeerde ouders (ongetrouwd samenhokkend, dronken vaders of joods). Thuis reageert moeder Aletta haar frustratie af op haar dochter, het levende bewijs van haar schande. Ze kan het kind niet verdragen, maar ook niet loslaten. In deze verstikkende omgeving gaat Jopie haar moeder steeds meer haten. Maar het is vooral de eenzaamheid van het gevoelige kind, indringend beschreven vanuit een kinderperspectief dus volstrekt onsentimenteel, dat Kruis of munt (1949) tijdloos en hartverscheurend maakt.
Jo Boer (1907-1993) was een onconventioneel en succesvol romanschrijfster en schilderes met een avontuurlijk leven. Haar biografie wordt geschreven door Elly Kamp.
‘Ik geloof niet dat ik de gedachten en gevoelens van een ongelukkig kind ooit eerder zo beklemmend beschreven heb gezien. (…) Hoe kan het dat dit boek vergeten is?’
Sylvia Witteman
‘(…) ongelofelijk goed. Ik had het veel eerder moeten lezen. (…) een fantastisch boek.’
Kees van Kooten
‘Een meesterwerk. (…) Het beklemt, maar het boeit, het is verschrikkelijk, maar het is machtig.’
F. Bordewijk