Veel mediabelangstelling voor nieuwe bundel Sylvia Hubers
Dit weekend verscheen in het Haarlems Dagblad zowel een zeer lovende recensie als een interview met de meesteres van het zeer kort proza, Sylvia Hubers, over haar nieuwe boek Wat als we niet waren betoverd. Nuel Gieles bespreekt met Hubers hoe ze in haar korte verhalenbundel alledaagse gedachten ‘uit de lucht pakt’ en er mee in gesprek gaat. Hubers beschrijft hoe haar onderbewustzijn de verhalen dicteert: ‘vanuit het onbewuste beland ik op onverwachte plekken. Het zet zijn eigen bomen op. Ik schrijf al dertig jaar en weer onderhand: mijn onbewuste is niet gek’.
In de recensie schrijft Jaap Timmers schrijft hoe Hubers’ verhalen hem doen denken aan het werk van Maarten Biesheuvel: ‘zij het dat hij diep in de fantasie tast en zij beschrijft hoe graag zij daar zou komen’. Timmers roemt het proza van Wat als we niet waren betoverd en prijst Hubers ‘geen plot of spanningsboog hoeft te ontwerpen, de stukjes zijn de spanning zelf’, en concludeert dat alle verhalen ‘150 spiegels’ zijn die ‘iets over de auteur vertellen, maar die zij ook haar lezers voorhoudt’. Vanavond zal Hubers te gast zijn in het radio 1-programma Nooit meer Slapen. Komende weken verschijnen er interviews met haar in onder meer De Volkskrant en Het Parool.
U kunt hier het gehele interview teruglezen.
Over Wat als we niet waren betoverd:
In Wat als we niet waren betoverd verkent Sylvia Hubers (1965) het grensgebied tussen poëzie en proza. De Nederlandse koningin van het zeer kort proza voert de lezer langs een calvinistische kraakmachine, buitenproportionele zelfverbetering, machtswellust, totemdieren, nepnagels, totalitaire dictaturen en eiergemeenschap. Dankzij Hubers bezie je het leven voorgoed met nieuwe verwondering.