Trouw interviewt Nina Polak over ‘Buitenleven’
Afgelopen week verscheen een interview met Nina Polak in Trouw. Journalist Sander Becker opent het interview als volgt:
‘Een ‘lekker boek’ wilde ze schrijven. Nou, dat is gelukt. Buitenleven, de derde roman van Nina Polak, is een genot om te lezen. Er heerst voortdurend een broeierige, onderhuidse spanning, ook als er op het oog weinig gebeurt. De taal, afgepast en dreigend, voelt bijna elektrisch geladen. Dit boek vonkt en knettert.’
In het boek vertrekken twee vrouwen uit de randstad naar het noorden, waar hun idylle verstoord wordt door de bemoeienis van een tv-psychiater.
Becker: ‘Ondanks de verfijnde psychologie laten je personages zich niet eenvoudig duiden. Ze houden iets mysterieus.’ Polak: ‘Dat doe ik expres. Tijdens het schrijven heb ik veel houvast aan de psychologie, maar tegelijk wil ik ontsnappen aan een simplistische uitleg van hoe mensen van binnen werken. Daarom weigeren al mijn personages te worden gepsychologiseerd. Neem de psychiater, die mensen manipuleert met haar vakkennis. Die vrouw deugt niet, maar het is moeilijk te zeggen waar dat precies in zit. In het echte leven zijn mensen ook niet eenduidig, eerder gelaagd en complex. Daarom vind ik de roman zo heerlijk. Daar past het allemaal in.’
U leest het interview hier.
Over Buitenleven:
Wat deden twee vrouwen, geliefden, hier in het noorden?
Rivka en Esse houden na een paar hobbelige jaren nog steeds van elkaar. Ze verlaten de stad en betrekken op het platteland een oud huis met een diepe tuin.
Hier hopen ze te aarden, maar het buitenleven heeft op hun binnenwerelden een verschillende uitwerking. En wanneer een tv-psychiater uit een naburig dorp in hun leven verschijnt, trekt er een schaduw over de idylle.
In Buitenleven laat Nina Polak het uitgestrekte noorden het strijdtoneel zijn voor grote dromen, demonen, vrouwelijke ego’s en vooroordelen.
Bestel een exemplaar in onze webshop.
Nina Polak debuteerde in 2014 met het bejubelde We zullen niet te pletter slaan (genomineerd voor de Anton Wachterprijs, de ANV Debutantenprijs en de Opzij Literatuurprijs). Haar tweede roman, Gebrek is een groot woord (2018), werd bekroond met de BNG Bank Literatuurprijs, De Inktaap en het Charlotte Köhler-stipendium. Ze schrijft over het moderne leven voor De Correspondent.