‘Twee pijlers’ ●●●● en ‘Het land moet bestuurd worden’ ●●● besproken in NRC
Naar aanleiding van de afbraak van vertrouwen in de Tweede Kamer en het kabinet vlak voor de verkiezingen, bespreekt recensent Mark Kranenburg in het NRC twee boeken van Leidse wetenschappers die ‘laten zien hoe het landsbestuur is vastgelopen als gevolg van zelfgenoegzaamheid en vervreemding van zijn wezenlijke taken’.
Twee pijlers van Ruud Koole beoordeelt Kranenburg met vier ballen. Koole gaat in dit boek op zoek naar het ‘wankele evenwicht’ van de democratische rechtstaat: ‘Zijn speurtocht is uitgemond in een theoretische, historische, filosofische maar bovenal gedegen beschouwing over het bestuurlijke stelsel dat met het begrip rechtsstaat in één woord wordt samengevat.’ Koole beschrijft de electorale en de niet-electorale pijlers waar de rechtstaat op rust: ‘Beide steunpilaren vertonen de nodige structurele gebreken en moeten verstevigd worden, is zijn conclusie’.
Zijn Leidse collega Wim Voermans spreekt ook over ‘paalrot’ in de pijlers. In Het land moet bestuurd worden probeert Voermans ‘de ‘raadselachtige aard’ van het Nederlandse bestuur en zijn polderbestuurders te begrijpen. Hoe kan het dat in een land van minderheden, waar oplossingen worden gepolderd en voortdurend moet worden onderhandeld en overlegd toch daadkrachtig wordt bestuurd?’ Kranenburg beoordeelt hem met drie ballen.
U leest dit artikel hier terug.
Over Twee pijlers:
Waarom mogen politici de besluiten nemen die zij nemen? Op grond waarvan mag een rechter een uitspraak doen met grote politieke gevolgen? En met welk mandaat neemt een centrale bankier maatregelen, die rechtstreekse gevolgen hebben voor de welvaartsverdeling in een land? Wie geeft hun dat recht? De democratische rechtsstaat is gebaseerd op twee pijlers. Een electorale pijler, waarin politieke partijen, parlement en regering handelen op basis van een kiezersmandaat. En een niet-electorale pijler, waarin niet-gekozen overheidsinstellingen als de rechterlijke macht, centrale banken en andere autoriteiten besluiten nemen die veel mensen raken. Als het goed is houden die pijlers elkaar in evenwicht met het oog op het welzijn van het volk. Maar functioneren zij nog wel goed? En is de verhouding tussen die twee pijlers nog wel in balans? In dit boek over de Nederlandse politiek wordt eerst nagegaan wat onder het volk moet worden verstaan. Vervolgens komen de instituties in beide pijlers aan bod: van hun historische oorsprong tot hun huidige functioneren in een internationale context. Stuiten die instituties inmiddels niet op de grenzen van hun legitimiteit? En wat betekent dat voor de democratische rechtsstaat?
Ruud Kole is politicoloog, historicus en emeritus hoogleraar politieke wetenschappen aan de Universiteit Leiden. Hij was voorzitter van de PvdA en is lid van de Eerste Kamer.
In een versplinterd politiek landschap werden de afgelopen tien jaar de grootste systeemveranderingen van na de Tweede Wereldoorlog doorgevoerd. De arbeidsmarkt, de woningmarkt, de energiemarkt, het bankenstelsel, het pensioenstelsel, het zorgstelsel, om er maar een paar te noemen, gingen allemaal op de schop. Hoe kon dat met kabinetten die opereerden zonder een vaste meerderheid in het parlement? Was het de poldercultuur, die ons op papier onbestuurbare land bij elkaar en gaande houdt? Of was het de leiderskwaliteit van premier Rutte? Waren het de omstandigheden of misschien de nieuwe polderregenten?
In Het land moet bestuurd worden gaat Wim Voermans op zoek naar mogelijke verklaringen. Politieke en bestuurlijke, maar ook historische: zitten die fragmentatie en dat polderen in onze aard? Herhaalde de geschiedenis zich de afgelopen tien jaar gewoonweg, of verlegden de accenten zich wellicht permanent? Besturen werd in elk geval in korte tijd belangrijker en technischer dan ooit, en bestuurders werden professioneler. Ze overvleugelen inmiddels onze volksvertegenwoordigingen, en onttrekken zich steeds meer aan de greep van regels en van de instanties die hen moeten controleren, die tegenwicht en tegenmacht moeten bieden, zoals gebeurde in de toeslagenaffaire. Een tendens die nog verder werd versterkt door het coronavirus. Ontstaat er een nieuwe regentencultuur? Wat betekent dat voor onze democratie? Is die in gevaar en moeten we die weer opeisen?
Wim Voermans is hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de Universiteit Leiden. Eerder publiceerde hij bij Prometheus samen met Geerten Waling De gemeente in de genen (2018; vier drukken) en zijn veelgeprezen Het verhaal van de grondwet (2019; vijf drukken).