Vier ballen voor ‘De avant-gardisten’ in het NRC
Vandaag verscheen in het NRC een lovende recensie voor De avant-gardisten, het nieuwe boek van Sjeng Scheijen. Recensent Bernard Hulsman noemt het: ‘Een indrukwekkend en tragisch verhaal over de opkomst en ondergang van de Russische avant-garde.’
In De avant-gardisten onderzoekt Scheijen de verhouding tussen de Russische avant-garde en de bolsjewieken die in 1917 onder leiding van Lenin de macht grepen in Rusland: ‘Nog altijd bestaat hierover het idee dat het Lenins regime de avant-garde omarmde en verhief tot staatskunst. Helemaal onwaar is dit niet, zo laat Scheijen lezen.’
De relatie is echter een stuk gecompliceerder: ‘Nooit eerder, en nooit meer daarna, kreeg zo’n uitzonderlijke groep kunstenaars hoge posities in de bureaucratie en de mogelijkheid om delen van het cultuurbeleid met serieuze volmachten naar hun hand te zetten’, schrijft Scheijen bijna enthousiast, Maar meteen maakt hij duidelijk dat het hier niet ging om idealisme maar een noodgreep. Eigenlijk zagen de bolsjewistische leiders niets in het futurisme.’
Scheijen romantiseert niets en schets – door het gebruik van tal van nieuwe bronnen – een geheel uniek beeld van deze verdwenen groep kunstenaars: ‘Toch ontbreken de minder aangename kanten van de avant-gardisten niet in indrukwekkende studie die vol staat met nieuwe details over de Russische avant-garde.’
U kunt het hele artikel hier teruglezen.
Over De avant-gardisten:
Rusland, oktober 1917. De bolsjewieken grijpen de macht. Rusland en de wereld zullen nooit meer hetzelfde zijn.
Vijf maanden na de revolutie benoemen de nieuwe machthebbers nu wereldberoemde kunstenaars als Kazimir Malevitsj, Vasili Kandinsky, Vladimir Tatlin en Marc Chagall op hoge ambtelijke posten in het zojuist gevormde ‘Volkscommissariaat van Verlichting’. Deze ‘avant-gardisten’ willen de straten en de pleinen, het onderwijs en uiteindelijk de mens zelf opnieuw vormgeven. De verbeelding aan de macht!
Maar de bolsjewieken hebben eigenlijk geen idee wie die door hen aangestelde hemelbestormers en dromers zijn, en de kunstenaars zelf zijn politiek volkomen naïef.
Al snel valt de coalitie tussen bolsjewieken en avant-gardisten uit elkaar. Terwijl de reputatie van deze radicale kunstenaars in Europa groeit, worden zij in de nieuwe Sovjetstaat gemarginaliseerd en onderdrukt. Sommigen emigreren naar Europa, anderen blijven en zinken langzaam weg in het moeras van Stalins terreurstaat.
De avant-gardisten is het eerste boek waarin deze verbijsterende geschiedenis in zijn geheel is beschreven. Gebruikmakend van een ongehoorde hoeveelheid dagboekfragmenten, brieven, memoires en belangrijke nieuwe archiefvondsten, brengt Sjeng Scheijen de dramatische, soms hartverscheurende verhalen van deze kunstenaars weergaloos tot leven.
Sjeng Scheijen (1972) is slavist en specialist Russische kunst van de vroege twintigste eeuw. Zijn biografie van Sergej Diaghilev werd wereldwijd geprezen, en belandde op de eindejaarslijsten van beste boeken van The New York Times, The New Yorker en The Sunday Times.