Vier ballen voor ‘Wij overleefden’ in het NRC
Afgelopen vrijdag verscheen in het NRC een lovende recensie over Wij overleefden, het boek waarin Sytze van der Zee aan de hand van interviews met zo’n tachtig overlevenden een caleidoscopisch beeld schets van het dagelijks leven tijdens de Tweede Wereldoorlog. Recensent Michel Krielaars prijst de rust waarmee van der Zee de verhalen optekent en invoelbaar maakt:
‘Op iemand die het niet heeft meegemaakt komt dat leven soms beangstigend gewoon over. Toch is van nivellering van het kwaad nergens sprake. De nazi-misdaden komen bij Van der Zee ruimschoots aan bod, ook al klinken de geïnterviewde NSB-kinderen en SS’ers soms naïef, alsof ze per ongeluk in het kamp van de vijand zijn beland. Voor veel Nederlanders, goed of fout, ging het leven in de eerste oorlogsjaren tenslotte door alsof er niets aan de hand was, terwijl drie straten verderop een Joods gezin werd weggehaald of een NSB’er door het verzet werd geëxecuteerd. Het beeld van het sluipende kwaad wordt versterkt doordat Van der Zee zijn interviews uitsmeert over de vijf bezettingsjaren, waardoor je goed kunt zien hoe het gewone geleidelijk aan plaats maakt voor het gruwelijk ongewone van een oorlog en een bezetting.’
Alle getuigenissen komen sterk tot leven door de woede en angst die de overlevenden tot de dag van vandaag meedragen. Zeker op het eind komt dit volgens Krielaars sterk naar boven:
‘Aan het einde van zijn boek voert Van der Zee een getuige op die vertelt hoe na de bevrijding op het Amsterdamse Waterlooplein schavotten stonden waarop vrouwen die met Duitse militairen waren omgegaan aan de lopende band werden kaalgeschoren. De burgerij had het recht in eigen hand genomen. Vijf jaar ingehouden wraakzucht kwam ineens naar buiten. Alsof iedereen ‘goed’ was geweest. Alleen al zo’n getuigenis maakt Van der Zee’s boek aan het begin van het 75ste herdenkingsjaar van de bevrijding meer dan de moeite waard.’
U leest het hele artikel hier terug.
Over Wij overleefden:
Het lijkt alweer zo lang geleden, de Tweede Wereldoorlog. Bijna 75 jaar na de Duitse capitulatie. Maar nog steeds zijn er mensen die het allemaal hebben meegemaakt. De tachtig-, negentig-, honderdjarigen. Zij waren erbij, maar binnen afzienbare tijd zullen ze niet meer onder ons zijn om hun persoonlijke verhaal te kunnen vertellen. In Wij overleefden komen aan de hand van gesprekken met de betrokkenen vooral de specifieke gebeurtenissen aan de orde die van de naziterreur de meest dramatische en traumatische periode in de Nederlandse geschiedenis hebben gemaakt. Het is een van de laatste kansen om deze ooggetuigen aan het woord te laten.
Iedereen heeft zijn eigen herinneringen, die in chronologische vorm geboekstaafd een gezicht aan de bezetting geven. Zoals de voormalige joodse onderduiker die een liefdesgedicht schreef voor het boerenmeisje dat hij vanuit zijn zolderkamertje kon gadeslaan _ als hij het voorleest, raakt hij nu nog ontroerd. Een vrouw die als meisje ’s nachts haar joodse moeder op de begraafplaats Zorgvlied in een kartonnen doos moest helpen begraven. Een man die als de zoon van de chauffeur van nsb-leider Mussert alle partijbonzen leerde kennen. De uitgebakken kaantjes die mevrouw Mussert voor hun hond meebracht aten ze zelf op.
In totaal sprak de auteur zo’n tachtig mannen en vrouwen van wie hij het relaas optekende. Het resultaat is een aangrijpend en belangrijk boek, met aandacht geschreven door Sytze van der Zee.
Sytze van der Zee (1939) is de auteur van een groot oeuvre, met onder meer Potgieterlaan 7, over zijn jeugd als zoon van een ‘foute’ vader, en Verslaggever van beroep, zijn journalistieke memoires.