Sam van Houten tegen de rest
Samuel van Houten (1837-1930) maakte naam met het ‘kinderwetje’, de eerste sociale wet van Nederland. Maar Van Houten was meer dan zijn kinderwet.
Als jong Kamerlid uit Groningen was hij de grote vernieuwer van het liberalisme. Hij gold als ‘politiek moordenaar’ van staatsman Thorbecke. Twintig jaar lang was hij de belangrijkste voorvechter van kiesrechtuitbreiding en rechtvaardiger belastingen. Katholieken verafschuwden hem om zijn pleidooien voor geboortebeperking door voorbehoedsmiddelen en vrije echtscheiding. Feministen droegen hem op handen. Hij gold als bewaker van de erfenis van kunstschilder Hendrik Willem Mesdag. Het Rijksmuseum in Amsterdam kwam er dankzij een motie van zijn hand.
Toen hij in 1894 plotseling partij koos tegen verdere kiesrechtuitbreiding, verloor hij na 25 jaar zijn Kamerzetel én al zijn politieke vrienden. Toch maakte hij een comeback als minister van Binnenlandse Zaken en hij zegevierde met een eigen kieswet.
Aan het eind van zijn leven was hij zowel éminence grise als angry old man van de Nederlandse politiek. Hij wist op 85-jarige leeftijd nog een Kamerzetel te winnen met zijn eigen Liberale Partij. Toch keerde hij zich meer en meer af van de massademocratie.
Aan de hand van Kamerdebatten, nieuw ontdekt archiefmateriaal en Van Houtens honderden publicaties brengt Coen Brummer hem, 150 jaar na zijn kinderwet, in deze eerste volwaardige biografie weer tot leven.
Coen Brummer is historicus, verbonden aan het Biografie Instituut van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij werkte als speechschrijver voor achtereenvolgende ministers van Justitie en Veiligheid en als directeur van het wetenschappelijk bureau van D66. Hij publiceerde over de politieke geschiedenis van de negentiende en twintigste eeuw. Sam van Houten tegen de rest is zijn proefschrift.