Amarylis De Gryse getipt in ‘De Morgen’ en de ‘Gazet van Antwerpen’ met debuutroman ‘Varkensribben’
Amarylis De Gryse staat met haar debuutroman Varkensribben in zowel De Morgen als de Gazet van Antwerpen.
De Morgen bestempelt Amarylis De Gryse als een talentvolle debutant. Volgens recensent Dirk Leyman heeft De Gryse haar entree niet gemist. ‘Amarylis De Gryse weet hoe ze de lezer bij het nekvel moet grijpen. In de openingsscène van haar debuutroman Varkensribben toont ze meteen wat ze in haar mars heeft.’
Ilse de Wever van de Gazet van Antwerpen interviewt Amarylis De Gryse over de inspiratiebronnen voor haar boek. Zo speelt eten een belangrijke rol: ‘Het boek is deels een eerbetoon aan de gerechten waar ik mee ben opgegroeid, al eet ik dan al enkele jaartjes geen vlees meer,’ aldus De Gryse.
Over Varkensribben:
Marieke slaapt al dagen in een huurauto aan de vaart. Net toen ze de was wilde doen, zette haar jeugdliefde haar op straat. Ze raakte haar kleren kwijt, haar huis, en ook zichzelf.
De zomer wordt steeds warmer. Ook in het rust- en verzorgingstehuis waar ze als verpleegster de ochtenddienst doet. Door problemen bij de verhuizing van het oude naar het nieuwe, modernere gebouw, blijft Marieke alleen achter in de hitte met de bejaarden. Maar zolang ze niet te veel nadenkt, komt alles wel goed.
Niet aan gehaktballen denken. Niet aan de wegkwijnende bejaarden. Niet aan die ene bezoeker die ze naar zijn huis volgde. Niet aan hoe ze opgroeide. Niet aan worst met appelmoes. Niet aan pralines. Niet aan rauw vlees en noordzeesalade.
Dan komt alles goed. Toch?
Varkensribben is een tragikomisch verhaal over zorgzaamheid, loyaliteit, hoe herinneringen een leven beïnvloeden en hoe eten alle basisemoties kan vervangen.
Vanuit een klein houten huisje naast de snelweg schrijft Amarylis De Gryse (1989) fictie. Ze groeide op in West-Vlaanderen en woont in Antwerpen, waar ze zich omschoolt tot boerin. Varkensribben is haar debuutroman.