Auke van der Woud en Olaf van Nimwegen genomineerd voor Kleio Klasse prijs 2015
Auke van der Woud en Olaf van Nimwegen zijn genomineerd voor de Kleio Klasse prijs 2015. Auke van der Woud is genomineerd met zijn boek De nieuwe mens en Olaf van Nimwegen met Te vuur en te zwaard. De Kleio Klasse prijs 2015 wordt uitgereikt aan een auteur van een geschiedenisboek dat het beste te gebruiken is in de geschiedenisles. De winnaar van de prijs ontvangt een oorkonde en een geldbedrag van 250 euro. De prijsuitreiking vindt op 4 maart plaats tijdens het VNG-congres in Rotterdam.
Stemmen kan tot en met 3 maart via www.vgnkleio.nl.
Over De nieuwe mens:
In de late negentiende eeuw steeg de materiële welvaart spectaculair, en de mensen gingen anders kijken, ervaren en denken. Zo ontstond de nieuwe cultuur die tot op de dag van vandaag als de moderne wordt gezien. In de oude beschaving stond het streven naar ‘het hogere’ voorop, de hoogste waarden waren immaterieel, ‘geestelijk’. De nieuwe cultuur kwam met andere, heel aardse waarden en normen. Die werden massaal omarmd, het eerst en vooral in de grote steden. Daar waren de spraakmakende winkels, de verbluffende horecaconcepten, de eerste bioscopen, daar waren alle nouveautés te zien. In deze nieuwe cultuur werd het concrete, het materiële, belangrijker dan het ideële. Het hebben van spullen en een goede gezondheid werden de bronnen van geluk. Auke van der Woud beschrijft de culturele revolutie zoals die plaatsvond in de etalages, in de cafés, de theaters en de bioscopen, de musea en bij de monumenten, de badplaatsen, de nieuwe modieuze bloemen en planten, in de scholenbouw en de nieuwe stadswijken. Dit machtige panorama toont de bakermat van de nieuwe mens, onze directe voorouders.
Auke van der Woud is emeritus hoogleraar architectuur- en stedenbouwgeschiedenis. Een nieuwe wereld. Het ontstaan van het moderne Nederland (2006, tiende druk 2013) won de Libris Geschiedenisprijs 2007. Een koninkrijk vol sloppen. Achterbuurten en vuil in de negentiende eeuw (2010) stond op de shortlist van de Libris Geschiedenisprijs 2011.
Over Te vuur en te zwaard:
Omstreeks 1315 sloegen de Europeanen een nieuwe richting in de oorlogvoering in. Ridderlegers van enkele duizenden ruiters en voetknechten waren zes eeuwen later veranderd in miljoenenlegers, samengesteld uit dienstplichtigen. De tijd van zwaardgevechten was voorbij toen geweren en kanonnen hun intrede deden. In 1914 bereikte de Europese krachtsontwikkeling haar hoogtepunt en leidde tot de Götterdämmerung van 1914-1918.
Te vuur en te zwaard geeft een overzicht van de militaire ontwikkeling van Europa van 1315 tot 1914. Het beschrijft hoe de Europeanen zich tot de meest geduchte militaire macht van de wereld ontwikkelden. Olaf van Nimwegen neemt de lezer mee op een zoektocht naar het wezen van het militaire bedrijf en de oorlogvoering: hoe waren de legers bewapend? Wie werden er soldaat en waarom? Welke loyaliteiten kenden officieren en manschappen? Maar hij belicht ook emotionele en alledaagse aspecten: hoe was het om aan een veldslag deel te nemen? Wat gebeurde er met de gewonden en krijgsgevangenen? Hoe verging het gewone burgers die de pech hadden in oorlogsgebied te wonen? Wat kregen soldaten en hun paarden te eten?
Van Nimwegen beschikt over bijzondere analytische kwaliteiten, waardoor hij niet alleen een prachtig overzicht geeft, maar ook oog heeft voor de intieme details van het wezen van de oorlog.
Olaf van Nimwegen (1967) is geaffilieerd onderzoeker aan het Onderzoeksinstituut voor Geschiedenis en Kunstgeschiedenis van de Universiteit Utrecht. Hij schreef onder meer De Republiek der Verenigde Nederlanden als grote mogendheid, waarvoor hij in 2004 de Schouwenburgprijs ontving, en ‘Deser landen crijchsvolck’. Het Staatse leger en de militaire revoluties (1588-1688).