Connie Palmen, Saskia de Coster en Peter Verhelst op longlist Fintro Literatuurprijs
Vandaag is bekendgemaakt dat Prometheus-auteurs Connie Palmen, Saskia de Coster en Peter Verhelst zijn genomineerd voor de Fintro Literatuurprijs 2016, voorheen bekend als de Gouden Boekenuil. Connie Palmen is genomineerd met haar roman Jij zegt het, Saskia de Coster met Wat alleen wij horen en Peter Verhelst met De kunst van het crashen.
Op 6 april wordt de shortlist bekend gemaakt en op 5 juni vindt er een groot evenement plaats waar de winnaar de Fintro Literatuurprijs 2016 in ontvangst neemt. De vakjury bestaat uit vijf literaire recensenten uit Vlaanderen en Nederland, onder leiding van voorzitter Kathleen Cools. Daarnaast is er een lezersjury van 100 lezers, onder leiding van voorzitter Adil El Arbi.
Over Jij zegt het:
Voor de meeste mensen bestaan wij alleen in een boek, mijn bruid en ik. De afgelopen vijfendertig jaar heb ik met een machteloos afgrijzen moeten aanzien hoe onze echte levens bedolven raakten onder een modderstroom van apocriefe verhalen, valse getuigenissen, roddels, verzinsels, mythen, hoe onze ware, complexe persoonlijkheden werden vervangen door clichématige personages, vernauwd tot simpele imago’s, op maat gesneden voor een sensatiebelust lezerspubliek.
En dan was zij de broze heilige, en ik de brute verrader.
Ik heb gezwegen.
Tot nu.
Ted Hughes en Sylvia Plath vormen het beroemdste liefdespaar uit de moderne westerse literatuur. In Jij zegt het geeft Connie Palmen de in 1998 overleden Ted Hughes een stem. Ze laat hem terugkijken op zijn gepassioneerde huwelijk dat op 11 februari 1963 eindigt in de zelfmoord van zijn vrouw, en op zijn leven dat vanaf dat moment door deze dood wordt beheerst. In de talloze biografieën die van haar verschijnen krijgt zij de status van martelares, hij die van verrader en moordenaar, beschimpt door wildvreemden en aangeklaagd door mensen die hij als vriend beschouwde.
Op ingetogen, scherpzinnige wijze beschrijft Palmen de gedachten, angsten en bezweringen van de bruidegom, en de diep tragische band met de vrouw die zijn leven zou bepalen. Jij zegt het is een aangrijpende roman over de liefde en de dood.
‘Jij zegt het is meeslepend romantisch.’ Elsevier *****
‘Klasse.’ Het Parool ****
‘Jij zegt het is Palmens beste roman.’ NRC Handelsblad ****
‘Jij zegt het is een verhaal dat je niet opzij kunt leggen voor de laatste bladzijde gelezen is.’ De Morgen ****
‘Puur literair genot.’ Vrij Nederland
‘Uitermate doorvoelde en doordachte roman.’ HP/De Tijd
‘Als alle schrijvers in Nederland (…) zouden schrijven als Connie Palmen [zou] de literatuur een stuk spannender zijn.’ Joost de Vries, De Groene Amsterdammer
‘Een daverende start van het boekenseizoen.’ Matthijs van Nieuwkerk, De Wereld Draait Door
Over Wat alleen wij horen:
Melanie is een alleenstaande moeder die vastbesloten is niet meer over zich heen te laten lopen. Claus wil zijn moeder helpen en roept de hulp in van zijn vrienden uit het dierenrijk. George verliest langzaamaan zijn grip op de dingen en zoekt houvast bij zijn vrouw en zijn cassettebandjes. Anton is een dertigjarige bewaker die worstelt met zijn vrijgezellenbestaan. Erin raakt betoverd door haar nieuwe buurvrouw.
Als op een dag de bewoners van het Atlasgebouw te horen krijgen dat ze binnen zes maanden hun appartementen moeten verlaten, omdat het gebouw gesloopt zal worden, wordt er een hele keten van menselijke gedragingen in gang gezet.
Wat alleen wij horen is een unieke roman vol kleurrijke personages en scherpzinnige observaties, waarin Saskia de Coster treffend beschrijft hoe mensen omgaan met veranderingen buiten hun wil om. Zij verbindt het oog voor menselijke details van Karl Ove Knausgård met het magische van Haruki Murakami en het eigentijdse van Jennifer Egan. De verrassende aanpak, gecombineerd met de meest originele beeldspraak, maakt Wat alleen wij horen tot een onvergetelijke leeservaring.
Over De kunst van het crashen:
Peter Verhelst reed op de autosnelweg toen hij bij het inhalen over het losgeraakte wiel reed van een vrachtwagen. Hij ging drie keer over de kop, en overleefde wonderbaarlijk. In de luttele seconden van de crash ontstond er een scheur in tijd en ruimte.
Verhelst beschrijft op weergaloze wijze de plekken en tijden waar hij tijdens het ongeval een glimp van opving. De ultieme ruimte waar alles samenkomt is het eiland Sandy – ‘een traumaruimte waar in comatijd wordt gerekend en dat zich bevindt op de lengte- en breedtegraden van alle plekken ter wereld waar alle levende wezens enkele seconden of enkele uren verloren. De vermisten, de vergeters, zij die vergeten zijn, de verliezers, de spoorlozen, de dodo’s, de mammoeten en de sokken.’
De kunst van het crashen is een volstrekt originele roman, een tour de force vol verhalen-in-verhalen waarbij het geheel zo ontzettend veel groter is dan de optelsom van de delen. Naast het autobiografische element van de crash en het herstel, worden we als lezer getrakteerd op een poëtische taalrijkdom en een verbeeldingskracht die zijn gelijke niet kent.