Ik, Daphne Gakes: boek en toneel in de geest van Jan Cremer
Jan Cremer is vandaag tachtig geworden. Theatermaker en schrijver Daphne Gakes ziet Cremer als groot voorbeeld en schreef haar onlangs verschenen boek, Ik, Daphne Gakes, geheel in zijn stijl.
Ter ere van zijn verjaardag schreef zij de volgende ode aan de unieke schrijver en kunstenaar Jan Cremer:
‘Zonder Jan Cremer was ik een leven gaan lijden als dat van mijn moeder: Trouw aan mijn man en kinderen, een rijtjeshuis en een baan in de zorg.’
Ik, Jan Cremer. Begin jaren zestig stond Nederland op zijn kop door de publicatie van dit boek. Cremer kleurde buiten de lijntjes met een raar stoer jongensverhaal dat ging over seks, rock & roll en de wereld ontdekken. We verslonden het boek met rooie oortjes. Het suggereerde dat heel Nederland aan het ronddraaien was, dat bleek achteraf slechts tot in een paar buitenwijken van Amsterdam te gelden. Want in de biblebelt, daar waar het antwoord op zondige gedachtes bidden tot God was, hadden ze van dat hele boek nog nooit gehoord.
In het gereformeerde Nederland van de jaren zestig werd Cremer gezien als een staatsgevaarlijk individu, een slecht voorbeeld voor de jeugd dat dierlijke driften bij zijn publiek losmaakte. Cremer zelf is geboren in Enschede. Ook niet bepaald een jongen van de grote stad dus. Het boek schokte ouders, maar verrukte hun kinderen. Provoceren in de literatuur was in de jaren zestig op zichzelf geen nieuws. Wat wel nieuws was, was dat er autobiografisch geschreven werd. Het gedrag was niet meer verzonnen, het was echt, het was onder ons.
Preutsheid en provocatie
Zelf was ik ook zo’n verrukt kind. Ik wilde niets liever dan mijn moeder zijn: huisje, boompje, beestje en weinig ambitieus. Tot ik per toeval het boek Ik, Jan Cremer onder mijn neus geschoven kreeg. Ik wist niet wat me overkwam. Ik, Daphne Gakes, zou alles gaan doen wat God verboden had. Het gaf een punt. Het gaf een doel aan mijn dagen. Daar is een voorstelling en gelijknamige boek uit voortgekomen.
Recentelijk heb ik Ik Jan Cremer weer gelezen en vond deze passage:
‘Ik zag haar staan: een Godin met wapperend Vikingenhaar. Haar weelderige vormen half zichtbaar onder de openhangende bontjas, de Huid van een Roofdier, haar torso gevormd als van ’n negerin uit het Oerwoud op zoek naar een prooi om te verslinden. Ik omhelsde haar en even later kroop ik in de warmte van haar onderlijf. We worstelden, slikten, knepen, hijgden, schreeuwden en verdronken in het tijdelijke orgasme.’
Ik, Jan Cremer is een klassieker en wordt zelfs als onsterfelijk gezien. Maar in deze passage is ook de vergankelijkheid van de tijdsgeest te lezen. Een zin als ‘haar torso gevormd als van ’n negerin uit het Oerwoud op zoek naar een prooi om te verslinden’ zou nu (gelukkig) niet meer gebruikt worden. Ook is het niet meer provocerend dat we het over ‘pik’ en ‘kut’ en ‘neuken’ gaan hebben. Het is eerder de trend om wat preutser te werk te gaan.
Terug naar de wortels
Intussen ben ik 34 jaar en kom tot de conclusie dat zelfs in seks, drugs en rock & roll sleur komt. Het leven moet me nu iets meer gaan bieden dan alleen het avontuur. Daarom blik ik, net als Jan Cremer in zijn boek Odyssee (2016), terug naar de wortels van mijn bestaan. Cremers zoektocht naar zijn wortels bracht hem bij zijn vader, die ook schrijver is. Zijn vader was een avonturier en ontdekkingsreiziger. Hij schreef krantenreportages over zijn reizen. Op tweejarige leeftijd overleed Cremers vader.
Cremers moeder kon niet altijd voor hem zorgen, waardoor hij op jonge leeftijd, te jonge leeftijd misschien wel, op eigen benen kwam te staan. Cremer was een reiziger die nooit een huis had, zijn leven zat in een koffer of in een plunjezak. ‘Nu weet ik dat ik dat onrustige van hem heb, hè. Altijd verder willen, over de grenzen. Op zoek naar een nieuwe horizon.’ zei Cremer in een interview met Maarten Moll voor Het Parool (2016).
Tegenpolen
De verschillen tussen mij en mijn moeder kunnen niet groter. In tegenstelling tot mijn moeder woon ik een camper, heb ik nog nooit een monogame relatie gehad en kom ik rond van de kunst. Het enige wat ons verbind, is het schrijven. Mijn moeder schrijft net als ik iedere dag. Ik weet nog dat er bij ons thuis een kast stond vol met mijn moeders dagboeken.
Ik, Daphne Gakes is een coming of age boek op basis van mijn vlieguren in seks, drugs en rock & roll. Ik vergelijk mijn leven met de dagboeken van mijn moeder. Ik heb gevraagd of ik mijn moeders dagboeken mocht lezen. Aanvankelijk vond ze dit niks maar na wat gesoebat over en weer heb ik ze gekregen, de dagboeken van mijn moeder. Van haar 18e tot haar 45e levensjaar.
Met mijn huidige levensstijl in een camper zie ik nog steeds overeenkomsten in het leven van mij en dat van mijn mentor, Jan Cremer. Ondanks dat ik mijn geluk, net als Cremer, niet meer zoek in seks, drugs en rock & roll, blijft buiten de lijntjes kleuren mijn devies. Binnen de gebaande paden zal je nooit weten wat je kan of waartoe je in staat bent.