Afgelopen week werd Martelaren voor de paus van historicus Koen de Groot uitgebreid besproken in diverse media. Zo was hij te gast bij de radioprogramma’s OVT en Spijkers met Koppen. Ook werd hij geïnterviewd door Trouw en verscheen er een recensie in Nederlands Dagblad.
De Groot vertelt in de interviews enthousiast over zijn uitgebreide (archief)onderzoek dat voorafging aan het schrijven van Martelaren voor de paus. Nederlands Dagblad complimenteert Koen de Groot met zijn vernieuwende onderzoek: ‘Het is de kracht van dit boek dat De Groot bronnen laat spreken die elders zwijgen: de brieven en dagboeken van enkele Zoeaven.’
Luister hier het fragment uit Spijkers met Koppen terug.
Luister hier het fragment uit OVT terug.
Lees hier het interview in Trouw.
Lees hier de recensie in Nederlands Dagblad.
Meer over Martelaren voor de paus:
Je vertrouwde leven achterlaten om te gaan vechten voor je geloof in een ver, onbekend land. Dat is wat ruim drieduizend jonge Nederlanders tussen 1861 en 1870 deden toen zij naar Rome trokken en zich aansloten bij de zoeaven: het elitekorps van de paus. Eenvoudige, naïeve en niet zelden minderjarige jongens, vurig katholiek en op zoek naar avontuur. Dat zij deze pauselijke strijd tegen het net ontstane Italië wellicht niet zouden overleven baarde hun geen zorgen. Sterker nog, als martelaar sterven voor de paus was hun grootste wens.
Door dit alles verloren de zoeaven bij terugkeer hun Nederlanderschap, maar in eigen kring werden ze als helden binnengehaald. Als strijders voor de paus genoten ze tot diep in de twintigste eeuw groot aanzien en namen hun levensverhalen mythische proporties aan. Daarna werden ze goeddeels vergeten.
In dit meeslepende boek volgt Koen de Groot vier Nederlandse zoeaven op de voet. Aan de hand van hun dagboeken en brieven tekent hij de daden en gedachten van deze jongens op tegen de achtergrond van de grote geschiedenis van de late negentiende eeuw. Martelaren voor de paus ontrukt zo een verbluffende geschiedenis aan de vergetelheid.
Koen de Groot (1992) studeerde geschiedenis en Italiaanse taal en cultuur in Amsterdam en Bologna. Hij is zelfstandig historicus en als redacteur verbonden aan het tijdschrift Roma Aeterna en Historisch Café Amsterdam.