Een Plek onder de zon
Of het nu gaat om het huppeltje in ‘Let’s Get It On’ van Marvin Gaye, de hikkende jodel van Charlie Feathers, de totale ontspanning van Jack Johnson, de voortdurend nieuwe vergezichten in ‘Waltz For Debby’ van Bill Evans of de ritselingen in ‘Berk’ van Jean Sibelius: muziek behoort voor Martin Bril tot de meest intense ervaringen die hij kent.
Met een flard van een liedje kan hij worden teruggeschoten in zijn jeugd. ‘Maggie May’ van Rod Stewart herinnert hem aan de stripverhalen in de Pep en het meisje op wie hij lang geleden verliefd was. ‘Holy Holy Life’ van de Golden Earring neemt hem mee terug naar de jukebox in een strandtent op Ameland, door ‘Suzanne’ van Leonard Cohen bevindt hij zich weer op de zolderkamer met de paarse sprei in zijn ouderlijk huis, en ‘At Home He’s A Tourist’ van Gang of Four brengt hem terug naar de vroege jaren tachtig, toen het land gegeseld werd door een diepe crisis.
In Een plek onder de zon heeft Martin Bril zijn mooiste stukken over muziek verzameld. Van beschouwingen over J.J. Cale, Sam Cooke, Charlie Rich en Ruby Johnson tot persoonlijke impressies over Elvis Presley en de moderne hitparademuziek van zijn dochters: in een heldere stijl, soms weemoedig en soms ronduit hilarisch, brengt Bril een soort muzikale autobiografie bijeen, en laat hij zien waarom echt goede muziek twee uitersten met elkaar verenigt: het gevoel ontworteld te zijn en het verlangen om thuis te komen.